Profwielrenners zijn een ras apart. Ze kunnen niet alleen snel fietsen, maar ze doen soms ook niet alledaagse dingen waarbij we onze wenkbrauwen al eens durven fronsen. Wat die dingen zijn en waarom ze deze doen lijsten we hieronder op voor jou.
Drinkbus leegspuiten
Wielrenners letten op iedere gram voeding die ze innemen om zo licht en scherp mogelijk aan de start van een belangrijke wedstrijd te komen. Letterlijk alles wordt berekend en uitgemeten, ook het gewicht van de fiets. De vermogen / gewichtsverhouding is van groot belang tijdens een klim. Een bidon weegt 580 gram, twee bidons bijgevolg 1,16 kg. Je merkt zoiets dus al snel bij de berekening van Watt per kg, het relatief vermogen dat een renner moet leveren. Voor eenzelfde wattage zal een zwaardere wielrenner een lager relatief vermogen hebben dan een lichtere collega. En dat kan al snel heel wat seconden opleveren tijdens een langere beklimming.
Krant in truitje
Vroeger was het zeer courant, maar vandaag zie je het steeds minder. Wielrenners die boven op een berg een krant in hun truitje steken net voor ze aan een afdaling beginnen. Dat komt voornamelijk omdat de kledij die renners vandaag dragen veel beter is dan vroeger. Voordien deden renners het om de de koude wind van hun borstkas te houden die ook nat was van hun bezwete truitje. Zo vermeden ze om tijdens een ronde ziek te worden. Vandaag is de kleding ademend en stopt deze de wind beter. Daarbovenop verkiezen veel renners nu om een extra truitje, windstopper of jasje aan te doen voor de afdaling, aangereikt door een verzorger dicht bij de top van de berg. De renners die nog een krant in hun truitje steken doen het eerder om de traditie van het wielrennen in stand te houden.
In groep plassen
Wielrenners zijn ook maar gewone mensen en moeten dus ook naar het toilet gaan. Ze zitten urenlang op de fiets tijdens een wedstrijd, dus iets ophouden heeft niet veel zin. Daarom gebeurt het vaak dat het peloton het op een soort van officieus akkoord gooit om op een bepaald moment een algemene plaspauze in te lassen. De wielrenners die op dat moment moeten plassen gaan langs de kant van de weg hun behoefte doen en het peloton mindert wat vaart tot de plassers terug komen aansluiten.
Bidon collé
Bidon collé of een plakkende drinkbus is een gekende wielerterm waarbij een ploegleider vanuit de wagen een drinkbus aanreikt aan een renner. Beiden houden de drinkbus goed vast en de ploegleider geeft wat extra gas met zijn wagen om de wielrenner zo vooruit te stuwen. En om het helemaal af te maken duwt de wielrenner zich af van de arm van de ploegleider vooraleer deze de drinkbus loslaat. Het is een veelvoorkomende gebeurtenis in het peloton en het wordt vaak door de vingers gezien, zolang het niet langer dan een paar seconden duurt.
Panty’s met ijs
Op warme dagen is het geen pretje om in een peloton te rijden. Niet alleen het asfalt en de zon geven warmte af, maar renners rijden dicht bij elkaar wat de situatie uiteraard niet bevordert. Om de wielrenners koel te houden krijgen ze vaak een sok of panty met ijs mee. Deze leggen ze in de nek of steken ze ter hoogte van de nek in hun truitje om zo wat verkoeling te zoeken. Het is een goedkope en efficiënte manier om de renners een beetje af te koelen op warmere dagen.
Nummer 13 omgekeerd opspelden
Wielrennen is een sport van tradities en bijgeloof. Voeg deze twee samen en dan kom je bij het omgekeerd opspelden van het nummer 13, een ongeluksnummer in onze streken. Het is zelfs zo ingeburgerd dat steeds meer wielerorganisatoren het nummer omgekeerd laten printen, zodat de sponsor op het rugnummer wel nog zichtbaar is. Zelfs in landen waar 13 geen ongeluksnummer is, zoals bijvoorbeeld Italië en China, zien we wielrenners het vaker doen.
Bidons in truitje steken
Je hebt het vast en zeker al eens gezien op tv tijdens een wielerwedstrijd, een renner die met een grote bult op zijn rug door het peloton rijdt en bidons uitdeelt aan zijn ploegmaten. De ‘waterdragers’ van dienst laten zich uitzakken uit het peloton tot bij de volgwagen van hun ploeg, waar ze bevoorraad worden met bidons voor de hele ploeg. Die drinkbussen steken ze achteraan in hun truitje. Sommige kledingfabrikanten hebben ook een speciale vest die wielrenners kunnen omdoen om daar drinkbussen in te steken, maar die worden niet vaak gebruikt. Het record staat momenteel op 26 bidons in een truitje, wat toch wel een beetje absurd is aangezien er maar 7 of 8 renners per ploeg zijn met elk 2 drinkbushouders op hun fiets.
Bron: Global Cycling Network